Woord: slijklap
slijklap , sliklappen
, slobkousen Bron: Boers, B. (1843), [Overflakkees] ‘Lijst van eenige verouderde, of in de provincie Zuidholland niet gebezigde Nederduitsche woorden, welke op het eiland Goedereede en Overflakkee nog heeden in gebruik zijn’, in: Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee, Sommelsdijk, pp. 48-57 |
slijklap , slieklap
, slieklappe , slieklepke , spatlap(pen), spatlapje (aan de fiets) Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
slijklap , sliklap , zelfstandig naamwoord
, sliklappe , sliklappie , katoenen beenbeschermers met benen knopen, vroeger in gebruik om het binnendringen van slijk in de schoenen tegen te gaan Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
slijklap , slèìjklap
, spatlap Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
slijklap , slieklap , (mannelijk)
, spatlap van auto of fiets, zie ook spatlap Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |