Woord: als ik
als ik , [als ik] , a’k
, als ik; a’k et dos wagen = als ik durfde doen. Ook Gron. Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift |
als ik , as’k
, als ik. Zie ook: as. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
als ik , ak
, as’k = als ik; ook Geldersch: vergel. da ’k *. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
als ik , a’k
, als ik. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
als ik , ak
, (as ik), als ik. Ak mâr wusse wie ’t edaon hef. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
als ik , ak , samentrekking
, (sandhi); als ik; Ak gao, meude meej; Cees Robben – ...zô ver ak weet (19651231); Cees Robben – Oôk ak naor de hel toe gao... (19701023) ; Henk van Rijen: ak menen bril nie bij hèb, zèèk afgespanne - ... ben ik ontriefd; bèt ie ak em aaj?; J. Cornelissen & J.B. Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch dialect (1899): AK samentrekking van 'als ik': Ak den tijd heb ...: Ak mag ... Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |