Woord: daaromtoe
daaromtoe , doaromtou
, bijwoord van plaats en van tijd, voor: daaromstreeks, en: daaromtrent; ’t was tien uur of doaromtou; hij woont in Pekel of doaromtou. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
daaromtoe , doaromtou
, bijwoord van tijd of plaats = daaromtrent of daaromstreeks, zie jegend *, Geldersch: daaromheen. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
daaromtoe , daorommetoe , voornaamwoordelijk bijwoord
, ongeveer, bij benadering, van die orde van grootte Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |