Woord: eersten en overeersten
eersten en overeersten , eerstjen en overeerstjen
, schertsend voor: iets telkens uitstellen, ter wille van andere zaken, die men “eerst” meent te moeten afdoen; zie overeerstjen . Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |