Woord: hoe zo’n
hoe zo’n , hou zoo’nt? , hou zoo ijn?
, (hoe zoo een) = hoedanige? hou zoo’nt mijn ie? hou zoo’nt was dat? In het meervoud meestal: hou zuks, of: – zōks, soms ook: houn’t, hounênt. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
hoe zo’n , houzoon
, (hoe zoo een) = houʼn. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |