Woord: katjeslijm
katjeslijm , katjeliem
, soort van hars op boomen, vooral op pruimenboomen, alsook op gezaagd hout. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
katjeslijm , katjeliem
, = het uit timmerhout vloeiende zeer kleverige hars; in ʼt Oldambt heet dit katjegold, volgens de Taal- en Lettersbode. 1870, bldz. 122. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
katjeslijm , katjeliem
, hars Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman |