Woord: katjeswinst
katjeswinst , katjewinst
, Spreekwoord: Eerste winst is katjewinst (zegt de verliezer) = Eerst lokkebrood, den stokkebrood (zegt de winner), zooveel als: in ’t begin veel winnen, bijzonder gelukkig zijn, wordt steeds door grooter verlies gevolgd, en zal beteekenen: met die winst loopt de kat weg. Met het eerste troost zich de verliezer; het tweede is eene waarschuwing die de winner tot zich zelven richt. In Holland zegt men o.a.: Eerste gewin is kattespin, ook: Eerste winst is blodderwinst. Oostfriesch Êrste winst is kattewinst, of: De êrste winst is man katwinst, de geid bold wër sleiten; Oldenburgsch Eerste gewinn is kattengewinn; Westfaalsch Erst gewinn es kattengewinn. (Weil. v. Dale: Eerste winst is korte winst.) – Vgl., om den verkleiningsuitgang van het eerste deel van ’t woord, je 3. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
katjeswinst , katjewinst*
, vgl. ook bij v. Dale: eerste winst is korte winst. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |