Woord: menistenvermaning
menistenvermaning , Menistenvermoaning
, ook alleen Vermoaning = Mennonitenkerk, eigenlijk kerkje waar de voorganger, geen geordend predikant, Vermoaner genoemd wordt. – In de acta van de voormalige Classis van het Westerkwartier komt voor: Over stoutigheit en lasterings van een Mennisten vermaner zal politique correctie verzocht worden (1661). Vgl. v. Dale, artt. vermaanhuis, vermaner, en: vermaning. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
menistenvermaning , Menistenvermoaning*
, bij v. Dale (als verouderd) in dezelfde beteekenis de woorden: vermaanhuis, vermaning, vermaner. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |