Woord: rondetersplaats
rondetersplaats , rondetersploats
, rondetersploatse: nog in de eerste helft dezer eeuw had op sommige plaatsen in deze provincie de schoolonderwijzer geen vaste woning, maar vertoefde beurtelings, bvb. 8 dagen, bij de ouders der verschillende leerlingen; zulk een onderwijzer had dan een rondetersploats. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |