Woord: sangen
sangen , sang , zang
, paars, violetkleurig, Gron. sangen; Oostfr. sangen, Eng. sanguine = rood, bloedrood. Lat. sanguis = bloed, en daarvan: sanguineus = bloedrood, purperrood. Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift |
sangen , [paars] , sang , (bijvoeglijk naamwoord)
, sangen , paars; en sangen jak. Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak |
sangen , sangen , sang
, paars, violetkleurig. “– en dei hougde op dei kerel om, dat hai wör sang om kop en hai stènde en ruip: genoade, genoade.” Wij onderscheiden: roodsangen = bloedrood, rozerood, en: blousangen = kleur als de blauwe pruim, lichtsangen (= appelblösem) = appelbloesemkleur, bleekrood. Oudtijds sangerijnsch = roodachtig. Drentsch sang = violet; Oostfriesch sangen, Fransch sanguin, Engelsch sanguine = rood, bloedrood; Latijn sanguïs = bloed. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
sangen , sangen*
, Fransch sanguin. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
sangen , sangen
, paars Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman |
sangen , sankt , sang , bijvoeglijk naamwoord
, pw. (Zuidoost-Drents zandgebied). Ook sang (Zuidoost-Drents zandgebied, Noord-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, noord veroud.) = paars Wat hef e een mooi sankt klied an (Pdh), De heide bluit zo mooi sang in augustus (Eex), Het was zo kold dat mien buurman was sang en blauw om de kop (Pei), (zelfst.) Hoezo’n kleur hef het? Het komp wat oet ’n sangen is paarsachtig (Sle), Het vuur braandt sankt en blauw als teken dat het erg koud is (N) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
sangen , sangen , sangend , bijvoeglijk naamwoord
, paars Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |