Woord: voorbint
voorbint , voorbint , (zelfstandig naamwoord onzijdig)
, Bij de boeren. Een der touwen die over de ponder van een volgeladen hooiwagen worden geslagen. Zie wagenbint. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
voorbint , veurbiene , veurbinde
, zie achterbinde *. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
voorbint , vóórbint , zelfstandig naamwoord ’t
, Touw waarmee de ponder aan de voorzijde van de hooiwagen op het hooi wordt vastgesjord. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |