Woord: werkgeest
werkgeest , warkgijsten
, (werkgeesten; alleen meervoud); zie veurloop. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
werkgeest , warkgijsten
, zie veurloop *. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
werkgeest , waarkgeesten
, (ouderwets), werkgeesten (kabouters) die ’s nachts het werk opknappen, maar ’s morgens is er niets meer van te zien Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman |