Woord: zeldzaam
zeldzaam , zeldzoam , zeldsoam, sels’m
, als bijwoord; zeldzoam mooi weer; ’n zeldzoam mooi peerd; ’n zeldzoam dik bijst. (vgl. v. Dale art. zeldzaam). ‒ Ook als eene soort van tussschenwerpsel, verwonderend; zeldzoam! = verbazend! verwonderlijk! steeds in gunstigen zin, Hoogduitsch wie seltsam! Bij Cats selsaem = zonderling. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
zeldzaam , sels’m , zeldzoam
, (vooral Westerkwartier): ’t is sels’m! = ’t is zonderling!; als bijwoord in sels’m (zeldzoam) mooi: in ’t Nederlandsch mag dit woord niet als bijwoord gebruikt worden, doch in het Hoogduitsch heeft men: wie seltsam! Bij Cats “selsaem” = zonderling. Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985) |
zeldzaam , zeldzaam , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
, 1. zeldzaam Hie hef een boouk op de kop tikt, die zeldzaom is (Eex) 2. zelden (Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, zuid) Het komp zeldzaam veur (Geb) 3. geweldig, enorm Het is een zeldzaam mooi zommer (Pdh), Hie kun dat geweldig, zeldzem (Sle) 4. bijzonder, singelier (Veenkoloniën) Dat is ook zeldzaom, dat hij komp (Vtm) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
zeldzaam , zelsaam , zelsem
, zeldzaam. Ook: Gunninks woordenlijst van 1908: zelsem Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
zeldzaam , zelsem
, (Gunninks woordenlijst van 1908) 1. zie zelsaam; 2. zie zelden Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
zeldzaam , zeldzem , bijvoeglijk naamwoord
, zeldzaam, ook: zo buitengewoon goed, mooi dat het maar zelden voorkomt Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
zeldzaam , zelsaam , bijwoord
, [Sas] zelden Dat kom nog zeldzaom voor. Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
zeldzaam , zéldzam , bijvoeglijk naamwoord
, zeldzaam , VB: 't Ês hûi zéldzam sjoen wèr gewès.doézend VB: Dat ês 'nne maan oét de doézend. Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
zeldzaam , zeldzaom
, buitengewoon. Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |