Woord: aansteekplank
aansteekplank , anstikplaanke , zelfstandig naamwoord
, de; stuk waarmee men een tafel kan verlengen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |