Woord: aardappelbouw
aardappelbouw , [aardappelteelt] , earpelbouw
, aardappelteelt. Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift |
aardappelbouw , eerpelbouw , zelfstandig naamwoord
, de; aardappelakker Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |