Woord: aardappelschiller
aardappelschiller , eerappelschilder , eerdappelschilder
, mesje dat men gebruikt voor het schillen van aardappelen; ’t eerste ook: die dat werk verricht. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
aardappelschiller , eerappeleskildertje , eerdappeleskildertje , zelfstandig naamwoord ’t
, Mesje waarmee o.a. aardappelen worden geschild. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
aardappelschiller , eerpelscheldertien , zelfstandig naamwoord
, en var. et; aardappelmesje Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
aardappelschiller , erpelscheller
, aardappelschil mesje. Bron: Luysterburg, J. e.a. (2007), Dialecten in het Zuidkwartier. Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, Woensdrecht, Heemkundekring Het Zuidkwartier. |
aardappelschiller , èèrepelscheller
, aardappelschilmesje Bron: Melis, A. van (2011) Bikse Praot. Prinsenbeeks Dialectwoordenboek. Prinsenbeek: Heemkundekring ‘Op de Beek’ |