Woord: achteruitteren
achteruitteren , aachteruutteren , werkwoord
, 1. achteruitteren, armer worden door meer uit te geven dan men ontvangt 2. achteruitgaan door een ziekte, in de terminale fase belanden Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |