Woord: afpotten
afpotten , ofpotten , werkwoord
, afpotten; door een aftelrijmpje of -liedje bepalen wie ‘hem’ moet zijn, wie als eerste mag vertrekken e.d. Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |