Woord: arbeidersbouw
arbeidersbouw , arbeidersbouwgien , zelfstandig naamwoord
, et; enig bouwland, niet meer dan waarop een arbeider genoeg voor zichzelf kan verbouwen aan aardappelen, groente Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |