Woord: arbeiderswijf
arbeiderswijf , arbeiderswief , het
, vrouw uit de arbeidersklasse Ik hoopte dat ik nog wat weerummekreeg uut het feliezement van Willem, mar mis heur! Van oen moeder mak hij een arbeiderswief...(tu) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
arbeiderswijf , arbeiderswief , zelfstandig naamwoord
, et; arbeidersvrouw Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |