Woord: bandeneg
bandeneg , bane-eide , zelfstandig naamwoord
, de; eg van banden die voor wagens, auto’s zijn bestemd en die in de lengterichting zijn gesplitst, waarbij het aldus verkregen scherpe vlak de eggende werking heeft Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |