Woord: bankhouder
bankhouder , baankhoolder , zelfstandig naamwoord
, de; bankhouder, directeur van een kleine (geld)bank Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |