Woord: bebellen
bebellen , bebellen , werkwoord
, 1. voortdurend bellen (met een fietsbel e.d.) 2. voortdurend telefoneren Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |