Woord: beddenzak
beddenzak , beddezak , de
, (Nijs) = sloop om de tijk Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
beddenzak , beddezak , bedzak , zelfstandig naamwoord
, de; beddenzak, zak die gevuld werd om als bed te dienen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
beddenzak , béddezak
, enorme luilak , Luilak béddezak. Spotversje naar een langslaper Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |