Woord: beestenspel
beestenspel , beestespul , biestespul , zelfstandig naamwoord
, et 1. beestenspel, circus, ook: tent e.d. met aapjes en andere dieren op een markt 2. de vele dieren, vooral: de vele soorten kleinvee die iemand heeft 3. grote bende, troep, ook: zeer wanordelijke situatie, gezegd bijv. van een feest dat uit de hand loopt Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |