Woord: beppes
beppes , beppen , bijvoeglijk naamwoord
, van beppe, d.i. van oma: beppen ooriezer het oorijzer van oma Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |