Woord: bergzetter
bergzetter , bargzetter , zelfstandig naamwoord
, de 1. degene die de garven in een bult, hoop zet, stapelt 2. degene die toegestoken hooi op de juiste manier ‘zet’, om een goeie hooiopper of hooiberg te krijgen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |