Woord: biggenhok
biggenhok , biggehok , zelfstandig naamwoord ’t
, Ook: Schertsend voor kleuterschool of basisschool. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
biggenhok , biggehokke , zelfstandig naamwoord
, et 1. varkenshok voor biggen 2. hok waarin de zeug biggen krijgt Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |