Woord: bijlangslopen
bijlangslopen , bi’jlangeslopen , werkwoord
, voor var. zie bi’jlanges 1. langs hek, stoel e.d. lopen van kleine kinderen terwijl ze zich vast kunnen houden 2. d’r bi’jlanges lopen (niet aaneen): bij iets langs lopen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |