Woord: billenwagen
billenwagen , bilwoagen
, voor: de beenen, in: mit (of: op) de bilwoagen raizen = de reis te voet doen; Friesch bilwein. Hetzelfde als: per pedes apostolorum reizen, Nedersaksisch de Apostel-Peerde anspannen. Zie ook Laurill. p. 19. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
billenwagen , billenwaeng
, benenwagen. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
billenwagen , billewagen , bilwagen
, Ook bilwagen (Midden-Drenthe), in met/op de billewagen te voet Tegenwoordig gaot de kinder op de fietse hen schole, maor wij mussen met de billewagen (Bei) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
billenwagen , billewagen
, benen. Met de billewagen gaon ‘gaan lopen’ Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
billenwagen , billewaoge
, te voet , Zéd'de meej de kaor of d'n billewaoge gekomme vraoge ze, és'set krék wulle weete. Ben je met de kar of ben je te voet gekomen vragen ze, als ze het precies willen weten. Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere |
billenwagen , billewaegen
, in mit de billewaegen gaon, -kommen,--moeten te voet, lopend Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
billenwagen , billewaoge
, te voet Bron: Peels-Mollen, J. met werkgroep Weerderheem in Valkenswaard (Ed.) (2007), M’n Moederstaol. Zôô gezeed, zôô geschreeve. Almere/Enschede: Van de Berg. |
billenwagen , billewaegen , (zelfstandig naamwoord)
, in Uitdr.: Ik gao met de billewaegen ‘ik ga lopen’. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
billenwagen , billewâge
, te voet , Ás oewe fiets kepot is, zalde mi d’n billewâge moete. Als je fiets kapot is, zul je te voet moeten gaan. Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |
billenwagen , billewaage , billewaoge , zelfstandig naamwoord
, benenwagen (Land van Cuijk; Eindhoven en Kempenland; Helmond en Peelland; Tilburg en Midden-Brabant) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |