Woord: black varnish
black varnish , blikmánes , blikken mánes , zelfstandig naamwoord de/’t
, Zwart vernis, zwarte lak. Verbastering van Engels black varnish = zwart vernis. In A’dam komt de vorm ‘blakwannes’ voor. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
black varnish , blakvernis , de
, black varnish Wij hebt de pompstraote weer in de blakvernis zet (Hgv), De onderkaante van de mure worde mit blakvernis bestreken (Ruw), zie ook bliklak, blaklak Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
black varnish , blakvernis , zelfstandig naamwoord
, de, et; black varnish, teerachtige substantie Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
black varnish , blankwarnas , zelfstandig naamwoord
, [Eng, black varnish] zwarte vernis Ook blankwarnas Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
black varnish , [houtbeschermingsmiddel] , blekwânnes
, (W) zwart houtbe- schermingsmiddel, soort carboleum Bron: Gast, C. de (2011), ’t Boekske van de Aolburgse taol, Wijk en Aalburg: Stichting behoud Aalburgs dialect. |