Woord: blauwververij
blauwververij , blauwvarveri’je , zelfstandig naamwoord
, de 1. het blauwvarven 2. inrichting voor blauwvarven Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
blauwververij , blèùwvérvereij
, katoendrukkerij. Vlisco in Helmond had een grote katoendrukkerij waar ook Nuenenaren werkten. Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |