Woord: blokkendoos
blokkendoos , blokkenduus , de
, blokkendoos De kinder speult mit de blokkenduize (Bov) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
blokkendoos , blokkedeuze , zelfstandig naamwoord
, de; blokkendoos (speelgoed) Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
blokkendoos , [blokkendoos] , blokkedoeas , (vrouwelijk)
, blokkendoos Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |