Woord: bondsgeld
bondsgeld , bondsgeld , zelfstandig naamwoord
, et; bep. aftrek voor een verzekering bij het verkopen van slachtvarkens Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |