Woord: bonkenrek
bonkenrek , bonkerak , zelfstandig naamwoord
, et 1. geraamte 2. zeer magere persoon of dier, maar vaak wel groot Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |