Woord: boodschappenklad
boodschappenklad , bosschoppekladde , bosschoppeklarre , zelfstandig naamwoord
, de 1. papieren zak waarin men z’n boodschappen meeneemt, ook: papieren zak voor rijst, suiker enz. 2. boodschappenbriefje Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |