Woord: boodschappenwinkel
boodschappenwinkel , bosschoppewinkel , zelfstandig naamwoord
, de; winkel waar men boodschappen kan doen voor de huishouding Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
boodschappenwinkel , booschoppewinkel , zelfstandig naamwoord
, booschoppewinkels , booschoppewinkeltie , kruidenierswinkel Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |