Woord: aanbindsel
aanbindsel , anbindsel , anbiendsel
, anbindsels , (Zuid-Drenthe, Midden-Drenthe, hy). Ook anbiendsel (Zuidwest-Drenthe) = een vaak ruitvormige vlechtversiering van riet of stro aan de buitenwand van huis of schuur (Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe), maar het hoeft niet per se ruitvormig te zijn (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe). Anbindsel kan ook het rietwerk aanduiden, dat i.p.v. hout de bijschuur aan de zijkant dichtmaakt (Midden-Drenthe, Zuidwest Drenthe, noord), ook van stro (Zuidwest-Drenthe, zuid) Anbindsel kuj hier nog veul zien (Pdh), Het anbiendsel van de schure muuw mit an, der koomt gaten in en dat is gien mooi anzien (Dwij), Het anbiensel van de schure wordt gammel (Pes) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |