Woord: aandonkeren
aandonkeren , andonkern , zwak werkwoord, onovergankelijk
, (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidwest-Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe) = donker worden Het donkert al aordig an, mor wij zit ok al in november (Sle), Het donkert nogal gauw an, as het 4 ure ewest hef (Ruw) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
aandonkeren , andonkeren , werkwoord
, steeds meer donker worden, invallen van duisternis Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |