Woord: aanstellerig
aanstellerig , ånstellerig
, aanstellerig Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
aanstellerig , anstellerig , bijvoeglijk naamwoord
, aanstellerig Zij deren aordig anstellerig, aal mor giebeln (Hijk) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
aanstellerig , anstellerig , anstelderig , bijvoeglijk naamwoord
, aanstellerig Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |