Woord: achteling
achteling , achtenliej , de
, (Zuidwest-Drenthe, zuid) = vat, waarin boter werd bewaard totdat het Botter donderdag was. De helfte van een achtenliej was een kinnegien resp. 20 en 10 kilo (Ruw) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |