Woord: achterafje
achterafje , achteroffie , zelfstandig naamwoord ’t
, Achterafje, afgelegen plaats. | Hai weunt op ’n achteroffie. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
achterafje , achteroffien , het
, achteroffies , afgelegen plaats Zie zit op een achteroffien (Sle), Annie … stund lèst op een aovend toch nog mor laat op het achteroffien te vrijen (de) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |