Woord: achterlader
achterlader , achterlaoder , de
, (Kop van Drenthe, Midden-Drenthe) = achterlader Een achterlaoder was een aolde knapbus (Een) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
achterlader , achterlader
, (Gunninks woordenlijst van 1908) achterlaadgeweer Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
achterlader , [geweer] , achterlajer , (mannelijk)
, achterlader, geweer van de schutterij Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |