Woord: achttiende
achttiende , achttiende , rangtelwoord, bijvoeglijk en zelfstandig
, achttiende Met zien achttiende jaor is e met roken begund (Sle) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
achttiende , [achttiende] , achtieƫndje
, achttiende Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |