Woord: afleden
afleden , ofleen
, een koe verlossen door ’t kalf stuk te snijden. Bron: Ebbinge Wubben, C.H. (1907), ‘Staphorster Woordenlijst’, in: Driemaandelijkse Bladen 6, 61-94 |
afleden , ofleden , ofleen , sterk, zwak werkwoord, overgankelijk
, (Zuidwest-Drenthe, Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe). Ook ofleen (Zuidwest-Drenthe, zuid) = een koe verlossen door het kalf in stukken te snijden As ze de ko mussen ofleden, was het mit het beesie vaoke niet best (Die), Het kalf mus er of eleden worden (Hgv), z. ook oflössen Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |