elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: afrekening

afrekening , ofreken , ofrekening , de , Ook ofrekening, var. als bij reken = (af)rekening Aj mit een ofrèken koomt, is het altied plezierig as het de meinsen mitvalt (Koe), De ofrekening veuil mai smerig tegen (Nor), Wij hebt nog gien ofreken had van het gas (Sle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
afrekening , ofrekening , ofrekeninge, ofreken , zelfstandig naamwoord , de; afrekening
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal