Woord: afrollen
afrollen , ofrollen , onbepaald werkwoord
, (Zuidoost-Drents veengebied) = het rollen van de baggerlaag met kleine rollen Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
afrollen , òfrollen
, afrollen. Gunninks woordenlijst van 1908: Een deerne òfrollen ‘met een meisje in het hooi liggen vrijen’ Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
afrollen , ofrollen , ofrulen , werkwoord
, 1. wegrollen, door te rollen verwijderen/zich verwijderen 2. naar beneden rollen 3. ontrollen, zich ontrollen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |