Woord: allernoodst
allernoodst , allernoodst , aldernoodst, allernoods
, (Zuidoost-Drenthe, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe). Ook aldernoodst, allernoods (Zuidoost-Drenthe, Kop van Drenthe) = erg, enorm Het was allernoodst slecht weer (Bor), ...allernoodst donker (Odo), De komedianten speulden allernoodst mooi (Dal), Een allernoodste toestaand (Eex), Het was slecht weer, allernoodst (Nam), Het hef der aldernoods um weggaon het heeft er geweldig gespookt (Oos), Een allernoodse dikke donderbui (Sle), zie ook allernaorst Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
allernoodst , [heel erg] , aldernoods
, geweldig, heel erg Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere. |