Woord: barmot
barmot , barmot , bargemot, baargemot, barremot
, barmotten , (Zuidoost-Drenthe, Midden-Drenthe, Kop van Drenthe, Zuidwest-Drenthe, noord). bargemot (Midden-Drenthe, Kop van Drenthe), baargemot (Kop van Drenthe), barremot (Zuidoost-Drents zandgebied, Zuidoost-Drents zandgebied) = marmot, ook onjuiste benaming voor cavia Aj een barmot in hoes hebt, hej gien last van rutten (Zwig), Vrouger leuipen bedelaorskinder vaok met een kistie met bargemotten (Eex), zie ook marmot Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
barmot , bärremotte
, (Gunninks woordenlijst van 1908) marmot Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |