Woord: alsem
alsem , aalze
, alsem Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman |
alsem , aels , mannelijk
, bittere alsem, Artemisia absinthium. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
alsem , als , aals, aalst, alst, alsem, aalse, alse
, (Zuidoost-Drenthe). Ook aals (Noord-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidoost-Drents zandgebied), aalst (he:Oost-Drenthe), alst (Zuidwest-Drenthe, zuid), alsem (Zuidwest-Drenthe, Zuidoost-Drents zandgebied), aalse (Veenkoloniën, Zuidoost-Drents veengebied), alse (Zuidoost-Drents veengebied) = 1. alsem Knoppen van als (wb) 2. aftreksel van knoppen van alsemplant, gebruikt als maagbitter (niet Kop van Drenthe), Artemisia absinthium Hij gebroekt aalse (Bov), Het is bitter as aals, ...as aals op de maog (Git) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
alsem , alsem
, (Gunninks woordenlijst van 1908) alsem. Gunninks woordenlijst van 1908: Zo bitter as alsem Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
alsem , èlse , els , zelfstandig naamwoord
, alsem (Eindhoven en Kempenland); els; alsem (Land van Cuijk) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
alsem , aelst
, 1. bijvoet (Artemisia vulgaris) 2. absint-alsem (Artemisia absinthium) ook aalst, elst zie ook kroedwès Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
alsem , aelse
, (meervoud) alsem, kruidenboeket Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |